op 23 dec 2020

De wet van 23 oktober 2020 stelt tijdelijke werkloosheid door overmacht vanwege corona open voor werknemers in geval van sluiting van de school, opvang of centrum voor opvang voor personen met een handicap van hun kind! (1)

Belangrijk!

De werkgever kan deze vorm van tijdelijke werkloosheid niet weigeren wanneer de werknemer de voorwaarden respecteert (zie op het einde van de tekst).

In het kort.

Tot 31 december 2020 heeft een werknemer, waarvan het kind dient thuis te blijven als gevolg van een corona-maatregel en de werknemer dus niet op het werk aanwezig kan zijn, recht op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Wat?

Een werknemer kan onmiddellijk genieten van een uitkering voor de periode waarin deze gebruik maakt van tijdelijke werkloosheid door overmacht vanwege corona.

De uitkering bedraagt tot en met 31 maart 2021 (2) 70% van het gemiddelde begrensde loon van 2.754,76 EUR per maand. (3) Dit betekent dat de werknemer een daguitkering tussen 55,59 EUR (minimum) en 74,17 EUR (maximum) ontvangt, waarop 15% bedrijfsvoorheffing (4) wordt ingehouden.

Het bedrag van de daguitkering wordt door de RVA vastgesteld op basis van het laatst verdiende loon, alsook het beroepsverleden van de werknemer. Er wordt geen rekening gehouden met de gezinstoestand. 

Wanneer?

Een werknemer kan slechts in twee gevallen gebruik maken van dit recht:

  • Wanneer de werknemer samenwoont met een minderjarig kind, dat niet naar school of het kinderdagverblijf kan gaan omdat deze worden gesloten als gevolg van een verspreidingsbeperkende corona-maatregel;
  • Wanneer de werknemer een gehandicapt kind ten laste heeft, dat niet in het opvangcentrum kan verblijven omdat deze wordt gesloten dan wel bepaalde intramurale of extramurale diensten stopzet als gevolg van een verspreidingsbeperkende corona-maatregel.

In beide gevallen behoudt de werknemer het recht zolang het betrokken kind niet naar de school, het kinderdagverblijf of het opvangcentrum kan gaan.

Hoe?

De werknemer moet zijn werkgever op voorhand informeren over zijn intentie om van het recht op tijdelijke werkloosheid gebruik te willen maken. De werknemer moet hiertoe een attest, verkregen van de betrokken school, kinderdagverblijf of opvangcentrum, overhandigen aan de werkgever. Dit attest bevestigt de periode van sluiting van de betrokken instelling of school als gevolg van een corona-maatregel. De werkgever kan de tijdelijke werkloosheid gevraagd op grond van dit attest niet weigeren.

Het is de werkgever die, via de portaalwebsite van sociale zekerheid, de elektronische aangifte van sociaal risico dient uit te voeren. Deze aangifte geeft het aantal dagen aan waarop de werknemer tijdelijk werkloos is gesteld en dient herhaald te worden voor elke maand waarin er tijdelijke werkloosheid is geweest.

Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de website van de RVA: https://www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/e1-0

 

Heeft u omtrent deze bijdrage verdere vragen? Aarzel dan niet om ons te contacteren.

Arkalis – Partners in law

Actueel tot 23 december 2020




(1) BS 30 oktober 2020.

(2) Art. 1 van het koninklijk besluit van 17 november 2020 tot uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, BS 1 december 2020.

(3) Art. 5 van het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit, BS 2 april 2020.

(4) Art. 17 van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, BS 11 juni 2020.