op 26 mrt 2021

Situatie

Het is mogelijk én toegelaten dat sociale inspecteurs door middel van een anoniem telefoontje inlichtingen proberen in te winnen over een onderneming. Dit gebeurt niet alleen om bijvoorbeeld te vragen hoe de coronamaatregelen worden nageleefd, maar kan ook een controle inhouden om na te gaan of er al dan niet sprake is van terbeschikkingstelling van werknemers en/of de uurroosters gerespecteerd worden.

Krachtens artikel 7, 2° van het Decreet van 30 april 2004, het Decreet Sociaalrechtelijk Toezicht, heeft de sociale inspectie het recht om over te gaan tot elk onderzoek, elke controle en elk verhoor van personen in verband met de relevante feiten of om inlichtingen in te winnen. Het louter opbellen van werknemers of cliënteel is dus zonder meer toegelaten. Centraal in dit blogartikel staat de vraag naar het anonieme karakter van deze telefoontjes.

Is dit problematisch?

De sociale inspectie is een belangrijk en noodzakelijk orgaan binnen het Belgische rechtssysteem. De sociale inspecteurs hebben daarom ruime bevoegdheden gekregen om, conform artikel 5/2 van het Decreet Sociaalrechtelijk Toezicht, de middelen toe te passen die passend en noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de regelgeving. Hier is dus duidelijk sprake van een proportionaliteitstoets, die deel uitmaakt van de beginselen van behoorlijk bestuur. De proportionaliteit zal steeds een feitenkwestie zijn.

In het geval van de anonieme telefoontjes, de zogenaamde ‘Mystery Calls’, moet men zich wel de vraag stellen in welke omstandigheden deze nog proportioneel zijn. Een telefoongesprek is technisch gezien een verhoor en bij een verhoor moeten de formaliteiten van artikel 6/1 van het Decreet Sociaalrechtelijk Toezicht worden nageleefd, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid tot inzage van het opgestelde proces-verbaal. Ook vereist artikel 5 dat inspecteurs hun ambt kenbaar maken door middel van een legitimatiekaart. Dit staat haaks op het uitvoeren van mystery calls naar werknemers of derden om inlichtingen te verwerven over de onderneming-werkgever in de hoop dat die persoon iets “verkeerd” zou zeggen.

Wat kan u doen?

Als werkgever moet u uw personeel inlichten over mogelijke  inspectietelefoontjes. Zeker in de huidige coronatijden zal een inlichting vaker verworven worden via telefoon dan via een plaatsbezoek. Indien uw personeel op de hoogte is van deze potentiële situatie, kunnen zij de juiste personen doorverbinden zodat er geen foutieve informatie wordt meegedeeld. Dit is voordeliger voor zowel de onderneming als de sociaalrechtelijke inspectie. Het is namelijk niet omdat een werknemer een vraag niet beantwoordt dat u als onderneming niet recht in uw schoenen zou staan.

Trouwens, ook wanneer een sociaal inspecteur bij u op de werkvloer verschijnt, zal u daarvoor zorgen dat de leiding van de onderneming hiervan op de hoogte is.

 

Heeft u vragen over de reikwijdte van een sociaalrechtelijke controle in uw onderneming en de middelen die u nadien ter beschikking staan om de belangen van uw onderneming veilig te stellen?

Neem dan contact met ons op.

Karin SCHÜHLE & Jan-Pieter VOSSEN